Het blijft onrustig en onveilig in Haïti. Het lijkt alsof het land wordt geregeerd door bendes en corruptie. Op dit moment lijken de criminelen het hef in handen te hebben. De overheid heeft weinig in te brengen en blijft verontrustend stil. Vervoer over de weg is een gok. Berovingen, kidnappingen; alles is mogelijk. Rondom Port au Prince is het het ergste maar hier in het Noordwesten komen de verhalen over kidnappingen en berovingen inmiddels ook angstig dichtbij. Elk nieuws lijkt slecht nieuws te zijn. De prijzen van levensmiddelen e.d. stijgen per dag. Brandstof is moeilijk te krijgen of tegen een woekerprijs.
Gelukkig zijn we nog steeds in staat om de kliniek open te houden en om ons werk te doen. De focus houden op het werk helpt om alles in perspectief te blijven zien. Een week dienst, zes bevallingen.
Vrijdagavond om 22.00 word ik gebeld voor Nachlande. Voor de eerste keer zwanger en de pijn van de weeën had ze niet verwacht. Geruststellend zeggen dat iedereen pijn heeft tijdens de bevalling helpt niet. ‘Ik weet zeker dat ik meer pijn heb dan alle anderen die bevallen”! Haar moeder wordt voor de eerste keer oma en ze kan het lijden van haar dochter met moeite aanzien. Alles loopt voorspoedig en rond 02.45 mag Nachlande gaan persen. Zij doet haar best maar haar moeder raakt volledig in paniek. Door haar gegil en tegenstrijdige ‘adviezen’ raakt Nachlande ook in paniek en perst gillend in het wilde weg zonder effect. Ik kom amper boven al het gegil uit en doe een drastische daad: ik sla haar moeder met geweld op haar bil “EN NU STIL OF ERUIT!!” Met moeite beheerst ze zich en Nachlande kan eindelijk op mijn instructie goed gaan persen. Om 03.05 wordt een meisje geboren. Iedereen blij, alle paniek vergeten en de klap op de bil wordt met plezier nagespeeld.
Maandag komt Nelda, derde kind, in de kliniek. Ze is ver over tijd, 45 weken zwanger, en nog steeds geen weeën. Door het ver over tijd zijn is de bevalling risicovol voor de baby. Inleiden kan problemen geven. Eigenlijk is een geplande keizersnede de beste optie maar ze geeft aan dat dat financieel niet makkelijk is. Ik snap haar maar zie ook de risico’s. Ik besluit haar te ‘strippen’ en om af te wachten wat haar lichaam doet. Om 16.00 heeft ze milde weeën. Ik benadruk de afspraak dat, zodra het lijkt alsof de baby moeite heeft met de weeën, ze alsnog met spoed naar ziekenhuis La Pointe zal gaan. De weeën nemen toe en de baby doet het goed. Om 23.16 wordt na kort persen een mooie jongen geboren. Grote vreugde. De spanning valt weg. Voor iedereen.
Dinsdagmiddag en we zijn net klaar met de operaties. Josnaida, eerste kind, komt het ziekenhuis in met buikpijn. Heftige buikpijn. Maar het zijn geen weeën, zegt ze, ze is pas 5 maanden zwanger. Ze is nooit bij ons geweest dus ik moet haar op haar woord geloven. Behalve over die buikpijn, dat zijn toch echt weeën. Als ik haar controleer kom ik inderdaad een kopje tegen. In een paar minuten wordt er een mini jongetje geboren. Hij huilt even maar ik wil de moeder geen hoop geven. Vijf maanden is te vroeg. Zonder Neonatale Intensive Care is zijn kans op leven minimaal. Als haar data klopt dan is de baby nog geen 24 weken. Ik leg het jongetje bij moeder en al snel bemoeilijkt zijn ademhaling en na een tijdje overlijdt hij. Het verdriet van Josnaida is groot.
Woensdagochtend komt Rose, eerste kind, met beginnende weeën. Ze doen nog weinig voor haar dus in overleg gaat ze naar huis. Ze woont niet ver weg dus ze kan makkelijk terugkomen. Om 13.00 is ze terug. Hevige weeën en 8 cm! Om 13.59 wordt een jongetje geboren. “Binnen het uur!” zeg ik, “zo mag je wel 10 keer bij mij bevallen!”. Rose is blij met haar jongen maar over mijn uitspraak niet zo enthousiast; “Ik wil NOOIT nog een keer bevallen!”. Jaja, die uitspraak kennen we…
Donderdagochtend rond 08.00 komt Wesna met beginnende weeën. Het is haar tweede zwangerschap maar haar eerste kind heeft ze door een miskraam verloren. Rond 10.00 zit ze op vijf cm maar haar baby blijft hoog zitten, daalt niet in. Ook voelt alles net even anders aan. De echo toonde normale hoofdligging dus waarom daalt de baby niet in? Haar vliezen breken maar de baby blijft hoog. I.o.m. haar familie besluit ik om niet bij ons te blijven afwachten maar dat ze doorgaat naar La Pointe. Een keizersnede kan nodig zijn. De familie vindt vervoer en om 13.00 gaat Wesna naar La Pointe. Het is vervelend om door te sturen maar het blijkt een goed besluit te zijn. Om 21.00 belt haar moeder mij. Een grote jongen is met keizersnede geboren. Moeder en kind maken het goed. Opluchting en blijdschap alom
Donderdagavond om 19.30 word ik gebeld voor Maica, eerste kind. Ze komt van ver maar een grote groep familie en buren zijn meegekomen. Ze heeft de hele dag goede weeën gehad maar haar pleegmoeder maakt zich zorgen; de baby komt maar niet. Ik doe de controle en ze is volledig open, kopje mooi diep. De pleegmoeder heeft gelijk; de baby zou geboren moeten worden. Ik zie haar weeën even aan en merk dat goed persen haar niet lukt. Met de vacuum, in de volksmond ‘het hoedje’, ga ik haar wat helpen en na een aantal weeën wordt een jongetje geboren. Hij heeft wat startproblemen maar al snel begint hij flink te huilen. Iedereen blij! De kamer stroomt vol met Maica’s familie en buren die in spanning buiten hadden zitten wachten op het horen van dat mooie geluid.
Te midden van alle moeilijkheden perspectief blijven zien. Wat geeft meer perspectief dan zien dat leven begint. En eindigt. In mijn werk als verpleegkundige zie ik verdriet en ontmoediging. Ook zie ik vreugde en overwinning. Het ene bevestigt het andere. En de grootste pijn is soms nodig voor de grootste vreugde. De vreugde in elke dag zien is een tegenwicht, een verzet, tegen de angst, hopeloosheid en machteloosheid. Ik hoop en bid dat ik mijn werk hier in Haiti kan blijven doen. Dat de situatie houdbaar blijft. En dat we dit land zullen zien opklimmen uit dit diepe, diepe dal. Deo Volente. Zo de Heere wil.