Divers

De diversiteit van het werken hier is iets wat ik enorm leuk vind. Natuurlijk is er de sleur van de werkweek, natuurlijk is er de sleur van de zoveelste patiënt met maagzuur, de zoveelste patiënt met zere knieën, de zoveelste verkoudheid. Maar er is ook het niet weten wat er die dag binnenkomt, wat er die dag voor uitdagingen binnen het werk zijn, welke patiënt vraagt om net dat beetje meer, waarin zit de bevrediging, welke patiënt voelt als de reden waarom ik die dag uit bed gekomen ben.

De werkdag gisteren is een goed voorbeeld. Ik begon de dag om 05.00 met een man die bekend is met milde prostaatproblemen. In mei hadden we zijn urine catheter eruit gehaald en bleek hij te kunnen plassen. Dat ging een maand goed maar in de nacht lukte het plassen opeens niet meer. In hoge nood kwam hij naar het ziekenhuis maar helaas gaf het inbrengen van de verlossende catheter problemen. Het proberen met verschillende catheters werkte niet. Opgeven betekent veel problemen voor de patiënt want het betekent doorverwijzen voor een catheter die via de buikwand in de blaas wordt geplaatst. Maar…de onbeschreven maar welvertrouwde ‘versnellingspook-truuk’ (vraag maar niet wat dit is, laat je verbeelding werken) werkte uiteindelijk en de catheter ging erin. Opluchting voor hem, en zijn vrouw. En ik was blij dat de man niet verderop moest maar met de catheter naar huis kon.

De kliniek had een aantal ‘uitschieters’, patiënten die buiten de norm vielen. Een 7-jarige jongen had een paar dagen geklaagd over een pijnlijk oor. Met de oorspiegel was te zien dat er wat in de gehoorgang zat maar onduidelijk wat het was. Het leek aan 1 kant vast te zitten. Mijn collega miss Marie Jeanette en ik dachten dat het misschien een teek was. De jongen was beleefd en gewillig voor het inbrengen van waterstofperoxide in zijn oor. Onze theorie was dat de teek zou loslaten. Geen succes. Proberen met een oorhaakje en pincet, dat was de volgende stap. De beleefde en gewillige jongen was echter niet meer beleefd en gewillig toen hij de instrumenten zag. Die kwamen echt niet dicht bij zijn oor, oh nee, abso-zeker weten-luut van niet, dacht de jongen. Praten, vleien, dreigen, beloven, niets hielp. Onder anaesthesie verwijderen ging me te ver. Even goed vasthouden was een betere optie en gelukkig gingen zijn ouders akkoord. Met vereende krachten, een schietgebed en door mijn reflexen als een cobra kregen we het voor elkaar, de teek kwam eruit. Het bleek alleen geen teek te zijn. Het was een kraal. Een stinkende, vastgegroeide kraal. Die zat al lange tijd in zijn oor, dat was zeker. Met antibiotica ging de jongen naar huis.

Een 18-jarige vrouw kwam in de zwangerenkliniek. Ze had wat bloedverlies en onderbuikspijn sinds de dag ervoor bij een 4 maanden 1e zwangerschap. Op de echo zagen we een baby die was overleden. Groot verdriet en terleurstelling bij moeder. Ik sprak met haar en oma en vroeg ze om te blijven en af te wachten hoe de miskraam ging verlopen. In de middag nam de onderbuikspijn toe en met begeleiding en grote inzet van moeders kant werd de baby geboren.

Een vrouw kwam met een afgebroken naald in haar wijsvinger. Ze werkt als coupeuse met een trapnaaimachine en terwijl de naald afbrak vloog de punt haar vinger in. Ze had haar vinger en haar pols stevig afgebonden; om te voorkomen dat de naald gaat lopen. Een naald in iemand kan soms net zo’n zoektocht zijn als een naald in een hooiberg. Aan de buitenkant was alleen een gaatje in haar nagel te zien, de punt van de naald was met kracht haar vingertop ingegaan en nu dus ‘kwijt’. Gelukkig kon ik na de kliniek deze afgebroken naald tegen verwachting in vrij makkelijk vinden.

Een baby van 4 dagen oud kwam met oma. Een erg geschrokken en onrustige oma want de kleine meid heeft wat bloederige vaginale afscheiding. Ik kon oma uitleggen dat dit geen probleem is, het gaat vanzelf over en is heel normaal. Het is een effect van een verandering in de hormonen na geboorte. Ik moest mijn uitleg meerdere keren herhalen maar uiteindelijk was oma ervan overtuigd dat er echt niks mis is met haar kleinkind.

Een man werd binnengedragen door zijn twee broers. Alledrie hardwerkende boeren, dat is duidelijk te zien en bij navraag bleek deze indruk te kloppen. De man is 61 en de oudste van de drie. Hij is een weduwnaar zonder kinderen. Toen de lichamelijke problemen werden uitgelegd en alles was onderzocht bleef er 1 diagnose over. Uitputting. Te lang te hard gewerkt in te moeilijke omstandigheden. Na de behandeling van uitdroging voelde de man zich beter en ik gaf hem twee weken proteïne poeder en Moringa om aan te sterken. En toen de man beter was kwam de ondeugd eruit. Kon ik geen vrouw voor hem regelen? Beter een vrouw die voor hem kookt en hem verwend dan dat proteïne poeder. Ik riep mijn vrouwelijke collega’s en legde het hen voor: oudere man, slechte gezondheid, geen kinderen, veel land dus geld. Een heerlijk theater ontstond maar helaas ging de man met alleen zijn broers de dag erna naar huis.

In de namiddag kwam er een bevalling. Een bevalling met veel afkortingen; NVO OXY IV NVU VE en dat is niet goed. Maar eind goed, al goed; een grote kerel werd geboren. Vierde kind en eerste jongen, net even extra leuk. Mijn kleren waren vies geworden; grote spetters en strepen bloed. Onderweg naar huis kwam ik een man tegen. Hij is een bul van een vent en een heethoofd van het dorp. Één van die mannen waarvan je hoopt dat bij een dispuut hij aan jouw kant staat. Zijn geiten staan op ons terrein. Ik informeerde naar één van de geiten die gebeten was door een hond. In het gesprek leek hij wat ongemakkelijk. Het klikte in mijn hoofd en ik realiseerde me dat ik eruit zag als een bijlmoordenaar. Die voor een kleine wandeling ging op zoek naar een nieuw slachtoffer. ‘Oh sorry, ik kom net van het ziekenhuis’ zei ik terwijl ik naar mijn kleren wees. ‘En die uitleg moet mij geruststellen?!?’ zag ik hem denken.

Een werkdag. Een goede dag ondanks dat niet alles makkelijk was. Divers, zeker. Bevredigend, dat ook. Met verschillende goede redenen om uit bed te komen.