Nog steeds

Haiti. Hoe is het leven in Haïti? Fijn dat u het nog steeds vraagt maar het antwoord is ontmoedigend. Helaas. Haiti is nog steeds zonder regering en er is geen reële sprake van verkiezingen. Gangs en onveiligheid zijn nog steeds de orde van de dag in grote delen van het land. We prijzen ons gelukkig dat het hier in het Noordwesten nog steeds meevalt. Het leven wordt nog steeds duurder. Een trees eieren 30 stuks kost bijvoorbeeld geen 50 HD meer maar 170 HD. Dat is een dagloon. Benzine is nog steeds niet aan de pomp te krijgen, alleen op de zwarte markt. Het blijft nog steeds enorm droog en dat betekent dat de tuinen niks opleveren. Mensen lopen hele afstanden om water te halen bij de waterpunten die nog wel water geven. Dieren lijden nog steeds honger en jonge dieren gaan dood door gebrek aan melk. Moeder is te mager om melk te kunnen produceren. De ‘brain drain’, het vertrek van mensen met een opleiding en/of een ambacht gaat nog steeds door. Mensen proberen met man en macht Haïti te verlaten. Deels door het nieuwe programma van Biden en deels illegaal. En wie kan het ze kwalijk nemen? Cholera is nog steeds aanwezig en ondanks dat we geen grote aantallen zien is het een blijvende zorg. Middelen om voor cholera-patiënten te zorgen ontbreken en nog steeds geen hulp van grote organisaties.

Nog steeds. Nog steeds geen verbetering. Nog steeds geen zicht op een positieve verandering. Toen ik in Nederland was, en met mensen sprak over de situatie in Haïti, kreeg ik regelmatig de vraag: “En waarom werk je daar nog steeds?”. Het zou zeker slimmer zijn om aan een toekomst in Nederland te gaan werken. En Haïti lijkt een hopeloos land te zijn. Dweilen met de kraan open. Maar in mijn werk hier vind ik nog steeds genoeg reden om te blijven. Ondanks alle moeilijkheden en ook frustraties in mijn werk en leven hier zijn er nog steeds momenten dat ik denk; ‘ja, daarom ben ik dus nog steeds hier’.

Een voorbeeld is een bevalling van vorige week. Elmina is 18 jaar en bevalt van een mooie zoon. Haar familie ken ik via de kliniek en haar zus is de moeder van Tiboi, de baby met borstvoedingsproblemen. 
https://www.hoophaiti.nl/2022/08/15/tiboi/ Elmina heeft een goede bevalling maar tegen het einde is ze de moed kwijt en zijn de weeën echt niet leuk meer. Met haar vader en moeder begeleid ik haar.  Het kost veel geduld en gepraat maar als haar zoon net voor middernacht wordt geboren is alle ellende snel vergeten. Als alles is afgerond laat ik ze achter in het ziekenhuis en wens ze een goede nacht. De moeder van Elmina bedankt voor de hulp en zegt: “Bon, miss Jacqueline, je bent voor ons niet een verpleegkundige, voor ons ben je familie”.

Een ander voorbeeld is Guerlanda. Haar zoontje van 12 maanden komt met ondervoeding en tuberculose in de kliniek. Hij wordt gebracht door een buurvrouw en een tante. Van hen hoor ik dat zijn moeder al maanden is opgenomen bij een toverdokter. De buurvrouw zag het jongetje steeds zieker worden en overtuigde de familie om met hem naar het ziekenhuis te gaan. Zo geweldig dat ze dit op zich heeft genomen want de familie gelooft meer in voodoo. Gebaseerd op wat men vertelt krijg ik het vermoeden dat moeder ook tuberculose heeft. Ik vraag hen om met de familie te praten en om toestemming te krijgen om moeder ook naar de kliniek te brengen. En dat gebeurt! Moeder en zoontje gaan allebei op tuberculose behandeling en na twee weken is er al een verbetering te zien. Goed voor hen en hopelijk ook een reden voor de familie om anders te gaan denken over ziekte, vervloekingen en voodoo.

Nog steeds. Misschien is het dweilen met de kraan open, een druppel op de gloeiende plaat maar nog steeds haal ik veel waardering en vreugde uit mijn werk. En nog steeds ben ik enorm dankbaar voor die mensen in Nederland die mij helpen om hier te kunnen werken. Misschien..als we met zijn allen hard genoeg dweilen? Elke druppel telt?